MINK VAN DER WEERDEN: 'NOOIT ECHT DE AMBITIE GEHAD OM ERGENS DE BESTE IN TE WORDEN, MAAR VOORAL OM ALTIJD BETER TE ZIJN DAN DE KEER ERVOOR.’

In Brabant kennen we een groot aantal tophockeyers en hockeysters. Mink van der Weerden uit Someren is er daar een van! Hij staat bekend als de strafcornerspecialist en is aanvoerder van zowel Oranje-Rood als het Nederlands Elftal. Na zijn zilveren medaille in Londen en een vierde plek in Rio, droomt hij van Olympisch goud in Tokyo 2020! We zijn trots dat we hem mogen toevoegen als een van onze nieuwe ambassadeurs. Maak kennis met deze rustige, gestructureerde en zeer gedreven Brabander!

Ambitie
Mink heeft altijd al veel plezier gehad in het beoefenen van sport. Ik ben van jongs af aan altijd veel met sport bezig geweest; als kleine jongen speelde ik al tennis en voetbalde ik. Op mijn 11e heb ik voetbal ingeruild voor de hockeystick’. Dat deed hij bij HCAS in Asten, waar hij kennismaakte met de hockeysport en de basis legde voor een mooie groep vrienden. ‘Hockey werd vanaf mijn 15e steeds serieuzer en de andere sporten zijn toen langzaam aan steeds minder belangrijk geworden. Ik heb echter nooit echt de ambitie gehad om ergens de beste in te worden, maar vooral om iedere keer dat ik op het veld stond beter te zijn dan de keer ervoor.’

Strafcornerspecialist
Bij zijn eerste club in Asten waren het twee jongens uit hogere teams die hem inspireerde. ‘Die gasten waren altijd met de strafcorner bezig . Dat vond ik prachtig en wilde ik ook kunnen. Vanaf die periode heb er veel tijd in gestoken en ben ik er steeds beter in geworden. Het is en blijft een onderdeel waar ik altijd extra aandacht aan besteed en meer op train.’ Inmiddels is hij uitgegroeid tot de grote strafcornerspecialist, bij zowel zijn club Oranje-Rood als het Nederlands Elftal.

Erelijst
Met diverse landskampioenschappen, gouden en zilveren medailles op EK’s en WK’s en deelname aan twee Olympische Spelen heeft hij een erelijst om trots op te zijn. ‘Het meest trots ben ik natuurlijk op de zilveren medaille van Londen.’ Als we het hebben over de grootste tegenslag in zijn carrière vertelt hij over zijn meest recente Olympische ervaring. ‘De teleurstelling van onze vierde plek in Rio was behoorlijk groot. We hadden 2 jaar volledig gefocust naar dat toernooi en als je dan vierde wordt, dan is dat een grote teleurstelling. We hebben na dat toernooi alles goed geëvalueerd en een paar belangrijke dingen kunnen veranderen waardoor we nu weer met heel veel enthousiasme en plezier naar nieuwe doelen aan het werken zijn.’ Met zijn club Oranje-Rood zijn dat de play-offs. Met het Nederlandse team speelt hij de Champions Trophy in Breda in junien aan het einde van het jaar het WK in India.

We barsten in Brabant natuurlijk van het talent, hoe kijkt Mink daar tegenaan?

‘We hebben in de regio een aantal prachtige sportfaciliteiten met het Centrum voor Topsport en Onderwijs in Eindhoven, topclubs als Oranje-Rood en HC Den Bosch en het Pieter van den Hoogenband zwemstadion. Het is goed dat er zoveel ontwikkelingen zijn op het gebied van sport en topsport. Toch zou ik het in het hockey fijn vinden als er eens een tijdje niets veranderd. Ze zijn in mijn ogen teveel bezig met het commercialiseren van de sport, waardoor de essentie uit het oog verloren wordt’.

Sportmotto
Als topsporter vindt hij het belangrijk om anderen te inspireren en motiveren. Welke wijsheden en lessen wil hij de jeugd van tegenwoordig meegeven?

‘Op de eerste plaats wil ik graag zeggen dat een voorrecht is om als topsporter te mogen leven. Maar...ook als je geen topsporter bent, brengt sport je ontzettend veel. Het is een prachtige verbinder. Een manier waarop veel mensen samenkomen en waar mensen vriendschappen aan over houden. Zoek vooral iets wat je leuk vindt. Er zijn zoveel verschillende sporten. Individueel of in teamverband, spelsport of op tijd/afstand, technisch of fysiek, er is voor iedereen wel een passende sport. En wil je ergens beter in worden? Probeer om aan de hand van korte termijn doelen beter te worden. Dan is je vooruitgang veel beter meetbaar en kun je waar nodig de koers op tijd aanpassen. En het allerbelangrijkste is natuurlijk dat je er veel plezier in hebt!

De belangrijkste les die ik in ieder geval heb gehad is dat het in een teamsport echt om samenwerken gaat. 11 goede spelers die niet door een deur kunnen zijn waarschijnlijk minder succesvol dan 11 spelers die er samen voor gaan. Wat ook weer typisch Brabants is natuurlijk. En daar ben ik trots op!’